Wat betekent gusto in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord gusto in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van gusto in Spaans.

Het woord gusto in Spaans betekent lusten, mogen, iem. leuk vinden, voorliefde hebben voor, achten, respecteren, aantrekken, iets leuk vinden, leuk vinden, weg van, dol op, gek op, iem. plezieren, smaak, genoegen, genot, wens, smaak, smaak, voorkeur, smaakvol, voorliefde, plezier, plezier, smaak, smaak, smaak, vleug, zweem, verafschuwen, vervelend worden, saai worden, het gemunt hebben op, afkeuren, afwijzen, belangstelling voor iets verliezen, niet langer geïnteresseerd zijn in iets, geven om. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord gusto

lusten

verbo intransitivo

¿Te gusta la pizza?

mogen

verbo intransitivo

Me gusta (or: agrada). Parece un buen chico.

iem. leuk vinden

verbo intransitivo

Ella le gusta (or: atrae) muchísimo.

voorliefde hebben voor

verbo intransitivo (figuurlijk)

Siempre me ha gustado la buena vida.
Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor het goede leven.

achten, respecteren

El novio de Amy les gusta a sus padres.

aantrekken

La idea de trabajar una semana laboral de sesenta horas realmente no gusta.

iets leuk vinden

(informeel)

Si te gustan las novelas de suspenso, te encantará este libro.

leuk vinden

verbo transitivo

Realmente me gusta la música disco.

weg van, dol op, gek op

Los hijos de Simon disfrutan las visitas al zoológico.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Ik ben gek op mijn honden: ze houden me gezelschap wanneer er niemand is.

iem. plezieren

Sabe cómo agradar.

smaak

nombre masculino

Desde que me operaron de la nariz, he perdido completamente el sentido del gusto.

genoegen, genot

Carrie no podía más de gusto cuando vio la vista desde el balcón de su hotel.

wens

(naar wens)

Ninguno de los zapatos que tenían era de mi gusto.
Ons vakantiehuisje was helemaal naar wens.

smaak

nombre masculino

Su gusto como decoradora era inigualable.

smaak, voorkeur

nombre masculino

Mi gusto en la ropa tiende a ser conservador.

smaakvol

nombre masculino

Las decoraciones eran de buen gusto.
De decoratie getuigde van goede smaak.

voorliefde

Tiene afición por todo lo que tenga relación con la Antigua Roma.

plezier

(formal)

Un placer conocerte.

plezier

(formal)

El señor y la señora Whitley tienen un profundo aprecio por el teatro.

smaak

Al paladar estadounidense no le gusta demasiado el sabor a pescado.

smaak

¿De qué sabor es tu helado?

smaak

¿Puedes sentir el leve sabor del aceite de sésamo?

vleug, zweem

(ES, figurado) (figuurlijk)

Después del espectáculo sin duda había un tufillo de decepción en el ambiente.

verafschuwen

Detesto el pollo porque es lo único que comíamos en casa.

vervelend worden, saai worden

het gemunt hebben op

afkeuren, afwijzen

belangstelling voor iets verliezen, niet langer geïnteresseerd zijn in iets

locución verbal

Después de que una vez casi me ahogo, dejó de gustarme nadar.

geven om

Juliana todavía gusta de Simon después de todos estos años.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van gusto in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.