Wat betekent cortar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord cortar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cortar in Portugees.
Het woord cortar in Portugees betekent inkorten, aansnijden, snijden, snijden, snijden, couperen, afnemen, couperen, van richting veranderen, overgaan, afsnijden, afknippen, ophouden, uitscheiden, maken, vormen, couperen, afnemen, snijden, snijden, knippen, kruisen, doorkruisen, hakken, houwen, iem. onderbreken, een aanslag doen op, een aanslag zijn op, onderbreken, verstoren, inhakken op, loshakken op, hakken, kappen, hakken, houwen, krassen, snijden, doorhakken, afhakken, doorsnijden, uitknippen, verbreken, snijden, doorsnijden, snoeien, afsnoeien, verwijderen, wegstrepen, weghakken, wegknippen, weglaten, verwijderen, wegstrepen, snijden, voorsnijden, stoppen met, ophouden met, uitschakelen, afzetten, knippen, langs de ruggengraat van een dier snijden, kortwieken, uitsteken, uithollen, heen en weer bewegen, insnijden, insnijden, in grote stukken snijden, snoeien, scheren, knippen, snijden in, afknippen, knippen, snoeien, pureren, trekken, bijknippen, knippen, knippen, omhakken, kappen, inkepen, kerven, insnijden, snoeien, bijsnoeien, kappen, omhakken, inkorten, bijknippen, knippen, afscheren, snoeien, interrumperen, onderbreken, fijnsnijden, fijnhakken, ontslaan, onderbreken, van de buis halen, elkaar tegenkomen, snijden, snijden, besnoeien, snoeien, afknotten, beknotten, iemand ontslaan, openhouwen, openrijten, inkrimpen, korten, doorkruisen, kruisen, knotten, afknotten, toppen, maaien, hartverscheurend, zich snijden, verduisteren, broodplank, houten dienbord, snijplank, knippen en plakken, iets in de kiem smoren, halveren, dwars doorsnijden, dwars doorsnijden, in drieën snijden, hooien, in kleine blokjes snijden, halveren, in blokjes snijden, zagen met een kettingzaag, steken met een shiv, afsnijden, troeven, in julienne snijden/versnijden, in reepjes snijden, in ringen snijden, frezen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord cortar
inkortenverbo transitivo (figurado, reduzir) Precisamos cortar um pouco do tempo da duração deste discurso. |
aansnijdenverbo transitivo A alça da sacola de compras estava cortando seus dedos. |
snijden
Essa faca corta bem? |
snijden(passar por fatiamento) O queijo macio é cortado facilmente e não desmorona. |
snijden
Esta faca corta de forma limpa. |
couperen, afnemen(baralho) (kaartspel) Vou embaralhar as cartas e Henry pode cortar. |
couperen(cartas) (kaartspel: gever bepalen) Vamos cortar, e a pessoa com a carta mais alta pode começar. |
van richting veranderen
O jogador de basquete cortou para a direita e lançou a bola. |
overgaanverbo transitivo (film) Ele mostrou a cena da criança brincando e depois cortou para a cena de guerra. |
afsnijden, afknippenverbo transitivo (bloemen) Ele cortou algumas flores para levar para a namorada. |
ophouden, uitscheidenverbo transitivo Por favor, corte as piadas. Diga-nos o que aconteceu. |
maken, vormenverbo transitivo Ele cortou caminho pelo campo de milho com seu trator. |
couperen, afnemenverbo transitivo (kaartspel) Você quer cortar o baralho ou pode ser eu? |
snijdenverbo transitivo (golf) Se você cortar a bola, ela irá para as árvores. |
snijdenverbo transitivo Ela cortou a corda e abriu o pacote. |
knippenverbo transitivo O meu cabelo está ficando muito comprido, portanto precisarei cortá-lo em breve. |
kruisen, doorkruisenverbo transitivo A linha férrea corta a rodovia logo depois da cidade. |
hakken, houwenverbo transitivo O pedreiro irá cortar o granito em caminhos. |
iem. onderbreken
Francesca me interrompeu quando eu estava no meio da minha fala. |
een aanslag doen op, een aanslag zijn op(figuurlijk) Esta recessão está realmente diminuindo meu estilo de vida de luxo! |
onderbreken, verstorenverbo transitivo Ela falou, interrompendo meus pensamentos. |
inhakken op, loshakken opverbo transitivo |
hakken, kappenverbo transitivo Charles cortou lenha para se preparar para o inverno. |
hakken, houwen
O açougueiro cortava a carne nos fundos enquanto sua esposa gerenciava a loja na frente. |
krassen, snijdenverbo transitivo (corpo) |
doorhakken, afhakken, doorsnijdenverbo transitivo |
uitknippenverbo transitivo (remover por corte) Os médicos cortaram o tumor e removeram o câncer. |
verbrekenverbo transitivo |
snijden, doorsnijdenverbo transitivo Paula cortou a almofada e tirou o estofamento. |
snoeien, afsnoeien(grama) Melanie cortou a sebe para deixá-la bem cuidada. |
verwijderen, wegstrepen(figurado, texto) Os censores cortarão todas as menções nos livros proibidos quando revisarem este artigo. |
weghakkenverbo transitivo |
wegknippen, weglaten(trecho, cena) O diretor cortou a cena da versão final do filme. |
verwijderen, wegstrepen(figurado, texto) Os editores cortaram todos os nomes dos menores do artigo. |
snijden, voorsnijdenverbo transitivo (vlees) Papai sempre corta o peru no jantar de Ação de Graças. |
stoppen met, ophouden metverbo transitivo (figurado: eliminar) Se você quiser viver mais, corte o estresse da sua vida. |
uitschakelen, afzetten
|
knippenverbo transitivo |
langs de ruggengraat van een dier snijdenverbo transitivo |
kortwiekenverbo transitivo |
uitsteken, uithollenverbo transitivo (hout bewerken) |
heen en weer bewegenverbo transitivo |
insnijdenverbo transitivo Ele disse que você devia cortar a casca da planta para ela florescer mais rápido. |
insnijdenverbo transitivo (comida:) (etenswaren) Corte a base das couves de Bruxelas para cozinhar mais rápido. |
in grote stukken snijdenverbo transitivo (em pedaços grandes) |
snoeien(figuurlijk) O negócio vai mal; nós vamos ter que cortar pessoal. |
scheren, knippen
|
snijden inverbo transitivo (gastos) (fig., van uitgaven) |
afknippen, knippen, snoeien
Este departamento terá que cortar seu orçamento no próximo ano. |
purerenverbo transitivo (culinair) |
trekkenverbo transitivo (loop van een geweer) |
bijknippen, knippenverbo transitivo (cabelo) O cabeleireiro aparou o cabelo do John. |
knippenverbo transitivo |
omhakken, kappenverbo transitivo (corte de árvores) Os lenhadores cortaram vários pinheiros grandes. |
inkepen, kerven, insnijden(objeto) |
snoeien, bijsnoeienverbo transitivo (grama) |
kappen, omhakkenverbo transitivo |
inkorten, bijknippenverbo transitivo O fotógrafo cortou a foto para que ela coubesse na moldura. |
knippen(com tesoura) |
afscheren, snoeien
|
interrumperen
Por favor, perdoe-me por interromper. |
onderbreken
Ela me interrompeu enquanto eu estava falando. Não me interrompa quando eu estiver falando. |
fijnsnijden, fijnhakken
Pique a cebola antes de acrescentá-la no cozido. |
ontslaan
A empresa planeja demitir uma dúzia de funcionários no mês que vem. |
onderbreken
Gary interrompeu nossa conversar para anunciar que o jantar estava pronto. |
van de buis halen
|
elkaar tegenkomenverbo transitivo |
snijden(BRA, veículo: cortar na frente) O veículo me deu uma fechada. |
snijdenverbo transitivo O ladrão retalhou as almofadas do sofá para ver se havia algo escondido dentro. |
besnoeien, snoeien, afknotten, beknottenverbo transitivo |
iemand ontslaanverbo transitivo (empregados, pessoal) A atual crise econômica levou muitas empresas a demitirem seus empregados. |
openhouwen, openrijtenverbo transitivo (cortar profundamente) |
inkrimpen, kortenverbo transitivo O orçamento do ano que vem terá de ser reduzido (or: cortado) severamente. |
doorkruisen, kruisen
|
knotten, afknotten, toppenverbo transitivo (árvore) (boom) O jardineiro aparou a árvore. |
maaienverbo transitivo (grama, gramado) |
hartverscheurend(figuurlijk) |
zich snijdenverbo pronominal/reflexivo (ao barbear-se ou raspar pelos) (bij scheren) |
verduisteren
A cidade inteira teve de ser apagada quando a sirene de ataque aéreo soou. |
broodplanksubstantivo feminino É favor usar a tábua de cortar pão; se você cortar diretamente na bancada vai danificar o plástico. |
houten dienbordsubstantivo feminino |
snijplanksubstantivo feminino |
knippen en plakkenexpressão (texto) (computers) |
iets in de kiem smorenexpressão verbal (figuurlijk) |
halverenexpressão verbal (até a metade) Precisamos cortar pela metade o valor que gastamos com comida. |
dwars doorsnijden
|
dwars doorsnijden(cortar através de) |
in drieën snijden
|
hooien
George arrumou um emprego cortando feno depois do ensino médio. |
in kleine blokjes snijden
Adam cortou a cebola em cubos e a fritou no óleo. |
halverenexpressão verbal (à metade) Corte pela metade a massa e deixe-a crescer em um lugar aquecido. |
in blokjes snijdenlocução verbal (culinária) |
zagen met een kettingzaaglocução verbal |
steken met een shivlocução verbal |
afsnijdenexpressão verbal Ele cortou caminho pelo quintal do vizinho para chegar mais rápido. |
troeven(BRA, cartas baralho) (kaarten) Meu oito tomou com trunfo seu valete. |
in julienne snijden/versnijdenlocução verbal |
in reepjes snijden
Você deve cortar as cebolas em tiras antes de caramelizá-las. |
in ringen snijdenexpressão verbal |
frezen
|
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van cortar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van cortar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.