Wat betekent confiar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord confiar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van confiar in Spaans.

Het woord confiar in Spaans betekent vertrouwen hebben, vertrouwen hebben in, geven, toevertrouwen, toevertrouwen, vertrouwen, toezeggen, toevertrouwen, vertrouwen, vertrouwen op, rekenen op, vertrouwen, toevertrouwen, betrouwbaar, ontrouw, trouweloos, er het beste van hopen, zijn vertrouwen stellen in, in vertrouwen nemen, vertrouwen stellen in, vertrouwen op, rekenen op, hoopvol over, toevertrouwen, vertrouwen hebben in, overtuigd zijn, zeker, hoopvol dat, vertrouwen op, zich verlaten op, iemand iets toevertrouwen, vertrouwen op. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord confiar

vertrouwen hebben

verbo intransitivo

Le tomó mucho tiempo aprender a confiar en los demás.

vertrouwen hebben in

Confío en que lo pasaste bien.

geven

Les confié las llaves de mi casa por una semana.

toevertrouwen

verbo transitivo

El sargento le confió al cabo el mando del pelotón.

toevertrouwen

¿Te puedo dejar las llaves por si pasa algo?

vertrouwen

Yo confío en mi hermano.

toezeggen

Rachel le confió las entradas a Brian porque sabía que ella las perdería.

toevertrouwen, vertrouwen

locución verbal

El jefe me confió esta tarea, así que tengo que asegurarme de hacerla bien.

vertrouwen op, rekenen op

Confía en que ella lo ayudará.

vertrouwen

Confío en mi auto, nunca se rompe.

toevertrouwen

locución verbal

Te confío mi vida.

betrouwbaar

El dueño del negocio tenía suerte de tener empleados confiables que mantuvieran todo funcionando mientras él no estaba.

ontrouw, trouweloos

Nadie necesita amigos desleales.

er het beste van hopen

No estoy seguro de si va a llover o no, vamos a tener que esperar lo mejor.
ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Ik ben niet zeker of het zal regenen. Laten we er het beste van hopen.

zijn vertrouwen stellen in

Puedes confiar en mí.

in vertrouwen nemen

locución verbal

Voy a confiarte un secreto porque sé que eres de fiar.

vertrouwen stellen in

locución verbal

Debemos hacer algo ahora, no podemos confiar en sus promesas de una futura solución.

vertrouwen op

¿Puedes depender de ese coche?

rekenen op

Incluí a Sheila en mi equipo porque sé que puedo contar con ella.

hoopvol over

Smith, el actual campeón, es optimista respecto de ganar la carrera de hoy.

toevertrouwen

locución verbal

Mónica confió la verdad a su mejor amiga.

vertrouwen hebben in

¿Puedes confiar en ella?

overtuigd zijn, zeker

Janine está segura de que ganará.

hoopvol dat

Holly era optimista respecto de que este año sería mejor que el anterior.

vertrouwen op

Debes confiar en la discreción de tu abogado.

zich verlaten op

Mi madre depende de mí para que le haga la compra.

iemand iets toevertrouwen

Te confío el cuidado de mis niños a ti, en caso de que no vuelva de la misión.

vertrouwen op

Confié en su capacidad para guardar secretos.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van confiar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.