Wat betekent cerca in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord cerca in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cerca in Spaans.
Het woord cerca in Spaans betekent dichtbij, vlakbij, dichtbij, hek, rond, omstreeks, ongeveer, naburig, nabij, dichtbij, dichtbij, in de buurt, vlakbij, dichtbij, omheining, afrastering, dichtbij, niet bij het doel geraakt, hekwerk, naast, palissade, omheining, afstand, op handen, dichtbij, in de buurt, belegeren, iets afsluiten, omheinen, omringen, omringen, afperken, bijna, dichtbij, vlakbij, bij, tegen, circa, ongeveer, warmer, dichtstbijzijnd, dichtstbijgelegen, dichtbij en ver weg, dicht, dichtbij, aan het einde, op de drempel, in de buurt van, plekje bij de haard, in de buurt blijven bij, zich vasthouden, zich klampen, dichtbij houden, nauwkeurig bestuderen, nader onderzoeken, eerstvolgend, eerstkomend, bij de haard, bumperkleven, de slagman intimideren, van dichtbij, dichtbij, in de buurt van, bumperkleven, iets meer dan, dichtbij, nabij, bij, richting zee, voor de kust, turen, loeren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord cerca
dichtbij, vlakbijadverbio La biblioteca queda cerca: no tardaremos en llegar. |
dichtbijadverbio Siempre que Ricardo viajaba cerca por negocios visitaba a su familia. |
hek
Josh construyó una cerca alrededor de su jardín. |
rond, omstreeks, ongeveer
Son cerca de las nueve. |
naburig, nabij
¡Arrepentíos, pecadores! ¡El fin del mundo está cerca! |
dichtbijadverbio (a corta distancia) Mantén el teléfono cerca por si él te llama. |
dichtbij, in de buurtadverbio |
vlakbij, dichtbij
Estábamos cada vez más cerca del nacimiento del Nilo. |
omheining, afrastering
Una cerca de cuarenta pies ocultaba la parte delantera de la propiedad. |
dichtbij
Felipe siempre mantenía cerca su teléfono por si llamaba su esposa. |
niet bij het doel geraaktadverbio La flecha cayó cerca. |
hekwerk
Alison pidió una cerca de madera para cerrar su jardín. |
naast
El restaurante queda cerca de la carretera. |
palissade
|
omheining
Él construyó un borde para el jardín. |
afstand
Chicago está a una larga distancia de aquí. |
op handen(figuurlijk) Las uvas están madurando: la cosecha está a la vuelta de la esquina. |
dichtbij, in de buurt
Siempre tiene la pipa y el tabaco a mano. |
belegeren
Las tropas enemigas cercaron el castillo. |
iets afsluitenverbo transitivo |
omheinen, omringen
Una alta pared de piedra rodeaba el jardín. |
omringen
El público circundó al popular grupo de rock. |
afperken
Quisiera bordear el huerto con hileras de narcisos. |
bijna
Hace casi cinco años que no veo a mi amigo. |
dichtbij, vlakbij
Encontró una moneda cerca de su pie. |
bijadverbio Coge la bicicleta que está cerca de ti. |
tegen
Marcaron un tanto cerca del final del juego. |
circa, ongeveer
Los colonos vinieron hacia el 1700. |
warmer(figurado, adivinar) (figuurlijk: gok) Eso último que has dicho está caliente. |
dichtstbijzijnd, dichtstbijgelegen
¿Dónde está la farmacia más cercana? |
dichtbij en ver weglocución adverbial Enfocar la cámara puede ser un problema en tomas donde hay objetos cerca y lejos. |
dicht, dichtbijlocución adverbial Los dos bailaron de cerca toda la noche. |
aan het eindelocución adverbial Cerca del final del primer capítulo, ya había descubierto la solución al misterio. |
op de drempellocución preposicional (figuurlijk) Estamos cerca de una nueva era en los medios de comunicación. |
in de buurt van
|
plekje bij de haard
|
in de buurt blijven bij
Mantente cerca de mí cuando estemos en el concierto. ¡No quiero que te pierdas! |
zich vasthouden, zich klampen
Como sabían que pronto tendrían que separarse, los amantes se aferraron el uno al otro. |
dichtbij houden
Claire decidió trabajar desde casa para tener cerca a sus hijos. |
nauwkeurig bestuderen, nader onderzoekenlocución verbal El agente examinó muy de cerca la evidencia. |
eerstvolgend, eerstkomend
Redondea hasta el número entero más cercano. |
bij de haard
|
bumperkleven(vehículo) No conduzcas demasiado pegado al vehículo de delante, ¡es peligroso! |
de slagman intimideren(honkbal) |
van dichtbijlocución adjetiva |
dichtbij, in de buurt vanlocución preposicional El banco está cerca de la oficina de correos. |
bumperkleven
Un coche rojo me siguió de cerca hasta el supermercado. |
iets meer dan
Había alrededor de un millón de dólares en la caja fuerte. |
dichtbij, nabij
Era cerca de medianoche cuando llegaron. |
bij
Mi perro siempre se sienta junto a mi silla y me pide las sobras. |
richting zee, voor de kust
La Isla Monhegan queda a corta distancia de la península Pemaquid en la costa de Maine. |
turen, loerenlocución verbal Si miras de cerca, puedes ver el viento moviendo la hierba en los alrededores. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van cerca in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van cerca
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.